De functie van het zwarte schaap

Het lijkt erop of alles wat niet goed gaat afhangt van die ene collega. Het is toch echt het beste dat hij vertrekt want zo wordt het nooit wat. Het team is er klaar mee. Maar pas op, want dit spreekwoordelijke zwarte schaap zomaar uit de kudde halen lost de problemen niet op, wat gebeurt hier echt?

Onbewust vermomd

Ik wandel graag, gewoon schoenen, aan hondje aan de lijn en op pad. In een van de gebieden waar ik graag wandel graast een kudde schapen. De herder en zijn hond verplaatsen hen regelmatig en onderhouden daarmee het gebied. Met af een toe een kleurige streep op de kont, je weet vast wel waarom, zijn de schapen wit of bruin. Ze trekken ogenschijnlijk allemaal samen op, toch valt me op dat een van hen er eigenlijk altijd een beetje bokkig vandoor gaat en liever lijkt achter te blijven. Net zo gekleurd als de andere schapen en toch ging ik ongemerkt op zoek naar een zwart vlekje. In mijn hoofd in ieder geval. Is dit het spreekwoordelijke zwarte schaap van de kudde?

In organisaties is dat natuurlijk ook zo. Binnen afdelingen en teams werken mensen samen in alle leeftijden, diverse gender, diverse etnische achtergronden, maar geen heeft het nadrukkelijke uiterlijk van “het zwarte schaap”. Het “zwarte schaap” in de familie lijkt meestal ook gewoon op de broers en zussen. Toch ken je het vast wel, er zijn veel families met een persoon die zo wordt geduid, waar met wat afkeur over wordt gesproken en naar gekeken.

Wat betekent het in organisaties als er een zwart schaap lijkt te zijn. Wat is hier eigenlijk aan
de hand?

Een situatie:

Joost mag het weten

Op een afdeling waar ze al jaren met elkaar samenwerken komt een nieuwe leidinggevende. De leidinggevende heeft met iedereen kennismakingsgesprekken en al in die gesprekken valt haar iets op. Niet direct maar subtiel en indirect wordt in ieder gesprek gewezen op een van de collega’s. Men haalt wat schamper de schouders op als zij vraagt hoe de samenwerking is op de afdeling en mompelt wat over dat het met iedereen eigenlijk goed gaat maar met Joost, dat is een ander verhaal. Een hele reeks aan flauwe grapjes als ja want “Joost mag het weten, wij snappen het niet”. Of “Je kent toch wel die Joost van Ollie B. Bommel. Nou dat was ook een rare snuiter”. Een beetje besmuikt en eigenlijk heel onaardig.

Als ze probeert te achterhalen wat er dan is komt er eigenlijk geen duidelijk antwoord, van niemand. Ach ja dat is Joost hè. En ook Joost zelf geeft op de vraag over de samenwerking geen thuis. Hij kijkt wat weg, heeft plots enorm belangstelling voor het schilderij achter haar en weigert eigenlijk om verder te praten. Het interesseert hem niet zegt hij, ik werk hier om te werken.

Door de kennismaking is ze getriggerd en blijft kijken en uitkijken naar wat opvalt. Duidelijk wordt al snel dat het contact met Joost door anderen echt niet op een prettige manier verloopt en Joost zich eigenlijk ook niet heel sociaal gedraagt naar zijn collega’s. Hij blijft het liefste thuis achter zijn computer en meldt zich nogal eens af. Als er opdrachten zijn die samen gedaan moeten worden is Joost de laatste die erbij gevraagd wordt. Het doet haar denken aan het kiezen op school als je een groepje mocht samenstellen. Sommigen worden daar nooit spontaan voor gevraagd en blijven altijd over. Soms draait het team het zo dat als ze deze persoon erbij kregen hij ook geen echte kans kreeg om mee te spelen en te scoren. Je herkent het vast nog wel, een nare bal, zodat hij die nooit kan pakken en ook weer als eerste uit is. Want eigenlijk mag hij niet meedoen.

Er komen wat halfslachtige suggesties haar kant op dat het misschien beter zou zijn als Joost naar een andere afdeling zou gaan, want met hem samenwerken dat maakt het toch wel heel lastig om resultaten te halen. En hij haalt de sfeer uit het team. Daardoor lukt het de afdeling maar niet om echt hun afspraken na te komen.

Het is tijd voor gesprek vindt ze, niet individueel, niet met Joost, maar met elkaar. Want dit ligt niet alleen aan Joost, dit ligt aan iedereen. En misschien ook wel aan hoe de leidinggevende er mee om gaat en zijn omgegaan.

Bliksemafleider

Een dappere leidinggevende, deze dame, die zich niet voor de gek laat houden.
Joost fungeert duidelijk als het zwarte schaap, en het zwarte schaap in teams fungeert meestal als bliksemafleider. De bliksemafleider die helpt verbergen wat er echt aan de hand is. Diegene die het makkelijkst in deze rol te zetten is en steeds de “bagger” aan zich krijgt hangen. Soms ook wel door het eigen gedrag, maar de behandeling van de collega’s helpt ook vaak dit gedrag uitvergroten. En waar de afleider de bliksem vangt, onweert en stormt het meestal.

Vaak is een zwart schaap diegene die anders is dan de rest, in gedrag bijvoorbeeld heel onzeker of juist heel direct en bot. En daar weet men in een team niet makkelijk mee om te gaan. Feitelijk sluit het team de persoon buiten, herkenbaar door hem te negeren. Er wordt niet met hem gesproken maar wel veel over hem, roddel en achterklap. Soms leidt dit zelfs tot pestgedrag. Misschien denk je dat dit niet vaak voorkomt maar minstens 1 op de 5 werknemers wordt volgens TNO gepest op het werk. En het begint ergens mee.

De functie van het zwarte schaap

Het werkt niet om deze persoon uit het team te halen, ook al ziet de rest hem als de bron van onrust en ellende. Hij is degene die het team helpt om de aandacht af te leiden van de werkelijke problemen. Dus is het belangrijk te kijken wat er echt gebeurt.
Ergernissen in een team die niet worden uitgesproken moeten wel ergens heen en het tot zwarte schaap gebombardeerde teamlid is het slachtoffer die deze negatieve energie absorbeert. Vaak uit deze persoon het op een onhandige manier, door af te haken, te mopperen, ruzie te maken. Ook deze persoon is zich vaak niet bewust waar het nu eigenlijk door komt en vaak ook heel ongelukkig met de situatie. En vaak is dit iets wat hij of zij ook al eerder heeft meegemaakt, alsof je het dus gewoon weer aantrekt. En ook niet kunt zien hoe het anders kan. Alle opgespaarde boosheid en ongemak in een team krijgt hij links en rechts om de oren. Dan hoef je tenminste niet je andere collega ergens op aan te spreken.
Als deze persoon, wat vaak gebeurt, wel wordt verplaatst naar een andere afdeling of zelf vertrekt lijkt het even of alles anders is, maar al snel blijkt dat de energie zich richt op een ander. Er is geen schaap zo wit of er zit een vlekje aan en de volgende wordt (onbewust) uitgekozen.

Het zwarte schaap is nooit de oorzaak van het probleem, een zwart schaap is een symptoom van wat er niet goed zit in een team of afdeling. Anders gezegd het zwarte schaap heeft een functie en die kun je zichtbaar maken aan een team en aan het zwarte schaap zelf. Soms zijn in organisaties organisatieonderdelen ook zwarte schapen. Ook hier betekent het dat binnen de organisatie het eigenlijke probleem niet zichtbaar gemaakt wordt door de aandacht te leiden naar dat ene onderdeel waar men er toch echt een potje van maakt, waar je niet mee kunt samenwerken en zo meer.

En ook hier kan het zijn dat met nieuwe leidinggevenden of teamleden het zwarte schaapgedrag maar op de afdeling blijft plakken. Het enige wat helpt is kijken wat er eigenlijk speelt waardoor deze afdeling in dit gedrag blijft, in het team zelf en ook in de onderdelen eromheen.

Laat het maar even stormen

In dit geval was de leidinggevende relatief nieuw en nog niet echt onderdeel van de dynamiek in het team, het was slim dat ze snel probeerde te schakelen om te kijken of ze het team bewust kon maken van wat er gebeurde en hoe het wel kan.

Door te zoeken naar de waarde van eenieder in het proces en de gedeelde beelden over wat goed gaat en ook minder goed gaat werkte ze aan gezamenlijke normen. En niet weer de verleiding volgen dat als het niet lukt dit van een van hen afhankelijk is, maar het team steeds weer te brengen naar het gezamenlijke. Zo kreeg zij het voor elkaar dat er open naar elkaar werd geluisterd en gekeken.

Daarmee was ze er nog niet, want het team was erg gewend geraakt aan dit gedrag. Het valt niet mee als je niet een ander de schuld kunt geven, maar toch echt moet kijken wat jezelf samen met je collega’s anders moet doen. Het bleef een periode met veel gesputter en gerommel en als er ergens even iets niet ging zoals zou moeten ging bijna automatisch de blik weer naar Joost, want die moest immers zorgen voor. En ook Joost zelf moest letterlijk en figuurlijk in een ander jasje. Zijn leidinggevende heeft hem met extra gesprekken geholpen om niet meer in zijn zwarte schaap kleed te verschijnen. Ook hij was aan dit gedrag gewend geraakt en moest nieuwe dingen leren om weer goed aan te sluiten.

In die periode besloot zij ook een coach te vragen om haar en het team te helpen weer opnieuw op te bouwen samen. Met leuke activiteiten en ook scherpte op de verschillende taken en resultaten en de winst van het samen doen. Hierdoor zorgde ze ook dat er geen onduidelijkheid kon zijn over wie wat doet en waarom. Het waarderen van verschillen en stimuleren van inclusiviteit werd daarmee geborgd en zwart en wit was iets wat gewoon op tafel kwam om te bespreken. Hier liep het uiteindelijk goed af, maar het bleef lang gevoelig.

Zwart schaap gespot?

Bedenk dat het een symptoom is, alle aandacht gaat naar deze persoon omdat die negatieve energie niet ergens anders heen mag van het systeem (de mensen). Dit gaat niet altijd bewust, soms denkt men echt dat het ligt aan deze persoon. Maar als je er even boven gaat hangen en samen kijkt wat gebeurt hier eigenlijk en dan durft te duiken naar de verborgen verbanden die dit gedrag uitlokken help je het team en de persoon.

Als leidinggevende ben je deel van het systeem waarin het team werkt, wees dus ook zeer alert op jouw gedrag en het beroep wat het team, maar ook het zwarte schaap op jou doet.
Denk nog even aan de herder, help ze weer samen werken, ga niet specifiek het zwarte schaap helpen. Begeleid het totaal.

In het meer matuur worden van een team is een storming-fase belangrijk . Het risico dat dan een bliksemafleider als dit zwarte schaap wordt geplaatst, betekent dan ook dat men niet echt leert dingen bespreekbaar te maken en conflicten te durven hanteren, hierdoor groeit het team onvoldoende en blijft de rol van de leidinggevende voor hen heel belangrijk. Als ook soort van geleider. Ze kunnen het niet zelf oplossen. De rol die de leidinggevende kan nemen is het durven laten stormen en komen tot een fase waarin men gezamenlijk ontwikkelt hoe men het wil gaat doen en waar men elkaar aan houdt en op aanspreekt (norming) en hen leert ervaren dat ze het wel samen kunnen.

Verpotten en verplaatsen

Wat als het echt niet meer gaat? Soms heeft iemand echt geen kans meer en is helaas er te veel gezegd en beschadigd. Ook dat is een belangrijke constatering. Dan moet de persoon wel beschermd worden en het team leren van wat er is gebeurd.

Zorg dat de persoon goed weg kan gaan en ook snapt welk deel hij heeft veroorzaakt door eigen gedrag en hoe hij kan zorgen dit niet weer mee te maken. Soms kan dat niet gelijk, dan is het nog te rauw of is de persoon nog niet in staat dit zo te bewust te bekijken dat ook zijn aandeel zichtbaar is. Lukt dat wel is het heel fijn voor de persoon zelf, zodat hij “vrijer” kan reageren op triggers die dit gedrag mogelijk weer aanwakkeren. Dan betekent verpotten ook weer een oprechte kans om te groeien en bloeien.

Maak ook het team “wakker”, immers de persoon is wel weg maar het gedrag is nog niet veranderd, en zij waren deel van hoe dit is ontstaan. Het risico dat er een nieuw zwart schaap wordt geboren is groot. Help hen zien wat ze anders hadden kunnen doen en hoe ze kunnen zorgen dat ze dit symptoomgedrag niet meer toelaten. Ook dit is een weg, zoek samen naar de signalen waardoor het gedrag weer de kop op steek en maak er dan direct korte metten mee door het te bespreken en zichtbaar te maken wat er gebeurt.

Deel dit bericht .....
Scroll naar boven